Na jaren waarin het uitgesproken slecht ging met Sandra, en er veel spanningen tussen haar begeleiders en ouders waren, ging het eindelijk weer goed. Maar we willen dat het wel goed blijft gaan, en daarom hadden we weer eens een Driehoeksgesprek.
Zoals altijd kon Sandra ook deze zomer moeilijk overweg met de spanning die de lange afwezigheid van haar ouders bij haar teweegbrengt. Ook dit jaar waren er escalaties tussen Sandra en haar begeleiders. Ze waren er samen prima uitgekomen, zodat besloten werd om de ouders niet te bellen tijdens hun vakantie. Maar wat bleek? Ondanks dat ze in Zuid-Frankrijk zat, wist Sandra’s moeder precies dat er wat speelde. Ze was dagenlang onrustig geweest.
Ik ken heel wat moeders (inderdaad, geen vaders) die op grote afstand kunnen voelen dat het niet goed gaat met hun kind. Zo ken ik een moeder van 87 jaar die 200 kilometer van haar zoon vandaan woont, en beter dan zijn eigen begeleider op de hoogte bleek van de problemen die hij over zich aan het afroepen was.
Hoe vaak stappen dergelijke moeders niet nét op het kritieke moment binnen? Dat komt begeleiders dan vaak slecht uit: “Ze heeft er gewoon een neus voor. Ze komt telkens binnen op het verkeerde moment en dan zijn de rapen gaar”. Ik adviseer begeleiders om voelsprieten van ouders serieus te nemen. Hún loyaliteit gaat veel verder dan de onze. Erkenning van die voelsprieten versterkt de driehoek; concurrentie brengt een cliënt in een onmogelijk dilemma.
Ook dat werd tijdens het Driehoeksgesprek met de ouders van Sandra duidelijk. Een van de begeleiders had Sandra’s haar geverfd. Een spontane actie en dus niet vooraf overlegd met haar moeder. Bovendien was de verf per ongeluk op het nieuwe tapijt terecht gekomen. De relatie tussen ouders en PBer was behoorlijk verstoord, en Sandra voelde dat goed aan; zij heeft net als haar moeder hoog ontwikkelde voelsprieten. Dus kon de betrokken begeleider weinig goed doen, bij moeder én bij Sandra.
Het mooie in deze driehoek is dat alle partijen het samen willen redden. We hebben afgesproken dat de begeleider voortaan kansen zoekt om Sandra duidelijk te maken dat hij eerst met haar moeder wil overleggen. En dat moeder aan Sandra duidelijk maakt dat goed overleg voor haar plezierig is. Zo krijgt Sandra de ruimte om ook met deze begeleider verder te kunnen.
Een verstandelijke beperking gaat nogal eens samen met een extra begaafdheid op het niveau van de ziel. Daarom kunnen veel ouders onmogelijk doen alsof: hun kind weet hoe het écht zit. Daardoor blijven sommige kinderen langer bij hun ouders wonen dan goed voor ze is: ze weten dat hun ouders niet zonder hen kunnen. Hoe kunnen ze kiezen voor hun eigen geluk als hun ouders daarvan ongelukkig worden?
Als het om voelsprieten gaat, is menige driehoek het zwakst in de hoek van de professional. Gevoeligheid voor familiebanden is nooit een sterke kant van ons geweest. Een eeuw lang hebben we gedaan alsof we het beter wisten en konden dan ouders. En nú hebben we de mond zo vol van empowerment en inclusie dat er soms nauwelijks sprake is van een driehoek.
Die gevoeligheid kan overigens best gestimuleerd worden. Mij heeft het lezen van de boeken van Nagy en vooral van Hellinger geholpen om de loyaliteit tussen ouders en kinderen op zijn waarde te schatten. Autonomie begint met het erkennen van bindingen; ontkenning leidt tot verstrikkingen. Evenwichtige driehoeken hebben zowel op zichzelf staande hoeken als een sterke verbinding nodig.
Dit artikel verscheen eerder in KLIK (mei 2004).