“Kun jij ons helpen? We lopen steeds verder vast met Madelon. Ze zegt dat ze bijna niemand van ons team meer vertrouwt. Ook haar moeder is erg negatief over ons. Ze is doodsbang dat Madelon zichzelf op een dag iets zal aandoen.”
Wat deze driehoek zo lastig maakt, is dat moeder en dochter een exclusieve relatie hebben. De derde hoek kan het nauwelijks goed doen. Dat geldt voor de vader van Madelon, en dat geldt zeker voor haar begeleiders.
We starten met Driehoeksbegeleiding. Elke maand heb ik een sessie met de ouders en met Hannie, de persoonlijk begeleider van Madelon en haar leidinggevende. Madelon zelf wil ik er voorlopig niet bij hebben. Pas nadat ouders en team weer samen door één deur kunnen, mag ook zij aanschuiven.
Vooraf heb ik beide partijen diverse keren apart gesproken. Met het team ging het over Driehoekskunde. Wie Madelon begeleidt, krijgt haar moeder erbij. “Doe iets met haar moeder, dan volgt Madelon vanzelf!” Zo werkt dat met exclusieve driehoeken. Bij de ouders van Madelon heb ik royaal de tijd genomen om naar hun verhalen te luisteren. Tot onze verbazing was het de eerste keer vooral meneer Erkelens die veel over zichzelf vertelde. Het klikte wel tussen ons. In het derde, gezamenlijke gesprek breng ik de term pikorde ter sprake. Ik ben er zeker van dat zowel Madelon als haar moeder een voorkeurslijstje hebben van de teamleden. En die lijstjes verschillen vast maar weinig van elkaar. Ik bedenk de volgende opdracht voor mevrouw Erkelens: “Mak een lijstje waarin je alle tien begeleiders een nummer geeft. Nummer 1 vind je het beste voor jouw dochter. Kies nummer 7 uit om samen iets mee te doen. Maakt niet uit wat, als het maar prettig voelt. Over een maand gaan we na of jouw lijstje veranderd is. En of het lijstje van Madelon veranderd is. Maar je mag haar er niks over vertellen.”
Ik vraag meneer Erkelens om zijn echtgenote te helpen bij deze opdracht. En om succes te verzekeren, ga ik een weddenschap aan: “Jullie krijgen twee flessen wijn van me als er niets verandert en ik krijg één fles wijn van jullie als nummer 7 gestegen is in de pikorde. Ik houd van rode Italiaanse wijn.”
Een weekje later stelt meneer Erkelens voor dat ze samen met nummer 7 iets ondernemen. En omdat dit goed uitpakt, zegt hij: “Laten we het dan ook eens bij nummer 10 proberen!” Nummer 10 is volgens moeder (en dochter…) saai, sloom, en niet spontaan. Ze gaan een keer koffie drinken als nummer 10, Monique, dienst heeft. In aanwezigheid van Madelon ontstaat een aarzelend gesprek. Als mevrouw Erkelens vertelt dat ze het zo jammer vindt dat ze sinds de ziekte van haar man niet meer kan dansen, neemt tot ieders verbazing Monique moeder in de armen en zegt: “Dan gaan wij toch een rondje dansen!” Het werd een vrolijke boel.
Ik ben niet verrast als ik tijdens de volgende sessie hoor dat nummer 10 met stip is gestegen, bij zowel moeder als dochter. Ik heb die sessie heel wat keren naar die fles wijn gewezen en gezegd: “Wat verandert er toch veel in deze driehoek!”